dinsdag 1 juni 2010

Valdediós

Ik denk dat God op zondag - de dag waarop wij denken dat hij niets gedaan heeft - stiekem achter de rug van Adam en Eva een klooster neergezet heeft in een vallei die hij meteen naar zichzelf heeft genoemd (titel). In de 10 e eeuw kwamen de mensen er al kijken naar het preromaanse kerkje (dat nu in de stellingen staat voor een grondige restauratie) en in de 12 e eeuw arriveerden de ... cisterciënzers. Die zijn er vorig jaar vertrokken. Volgens de roddels zouden ze op het bisschoppelijk paleis in Oviedo vreselijk ruzie gemaakt hebben en heeft men er met de deuren geslagen. Ook bij geestelijken is niks menselijk vreemd! De huidige orde van Saint-Jean werd amper 35 jaar geleden gesticht in Zwitserland en zit over de hele wereld. De 'hermanos' drukten de situatie iets diplomatischer (of is het 'enigmatischer'?) uit.
De tocht ernaar toe was voornamelijk over asfalt en werd alleen goedgemaakt door een prachtig zicht op de laatste 'alto'. Dat zien de anderen dus als eerste kennismaking met het hogere gebergte van Asturias als ze uit het dal van Valdediós zijn gekropen. Ik kwam bij het klooster aan toen ze net aan het kyrie waren. De kerk zat goed vol. Een deel van de liturgie werd nog in het Latijn gezongen. Tijdens de offerande speelde plots een cello van boven op het hoogzaal een stukje uit de suites van Bach. De dag kon al niet meer stuk.
Toevallig stelde de congregatie zich die zondag voor aan de gemeenschap van omwonenden en dus was er na de viering nog een power-point-presentatie (!) en een receptie: drie lange tafels stonden in het klooster op de bovendverdieping klaar met tapas, wijn, cider en frisdrank. Toen de 'hermano hospitalero' wist dat ik een Belg was, werd ik onmiddellijk aan een vrouw voorgesteld die alweer in België had gewoond. Ze bleef me maar omhelzen en kussen tot bleek dat ze haar enige zoon verloren had in een auto-ongeluk en ze nu alleen haar kleinzoon van 24 nog had. Ik kon haar zoon geweest zijn en de vader van de kleinzoon.
Een bijzondere ontmoeting had ik er ook met de enige pelgrim die er de nacht voordien geslapen had: een Fransman die met 2 ezels de tocht doet. Hij woont bij Poitiers, dus ik ik kan er altijd eens langs.
Toen de avond viel, ben ik nog naar de vespers gegaan. De twee vrouwen naast me en ik kregen een boek met de teksten en de psalmen in, zodat we konden volgen. Alles was in het Spaans, maar de melodieën gregoriaans. De broeders leven niet als paters, opgeloten achter hoge muren. Ze willen vooral dicht bij het volk staan en dat heb ik mogen meemaken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten