donderdag 26 augustus 2010

Nawoord: boom

Voor mijn 50e verjaardag had ik de genodigden gevraagd mee te sparen voor een kunstwerk. De keuze was reeds gemaakt en de helft ervan aanbetaald vóór mijn 5 maanden lange voettocht.
Al verschillende jaren lees ik de mij toegemeten tijd - die gestundete Zeit - af van een goedkope horloge naar een ontwerp van Chillida, één van mijn Spaanse lievelingskunstenaars. We hebben op onze tocht zijn 'fundación', vlakbij San Sebastian, bezocht. Ik scheef toen op mijn blog hoe het mij geraakt had dat hij zichzelf vergeleek met een boom die zijn wortels had in zijn geboorteplaats, maar die zijn takken wijd open zette naar de wereld.
Het werk van de Belgische kunstenaar Harry Laureys 'With love from the future' is een fotografische interpretatie van een gefragmenteerde boom met fijne vertakkingen. Het zal in de loop van de maand september hier bij ons thuis door hem zelf opgehangen worden. Je kan het alvast eens bekijken op zijn site: http://www.harrylaureys.be/, doorklikken op 'works', dan 'digital', en tenslotte '10'.
De cirkel is rond.

dinsdag 24 augustus 2010

Blijde intrede

Het ochtendritueel verliep als altijd: waterreservoir vullen voor de rest van de rugzak ingeladen kan worden, wassen en ontbijten, de picnick wegsteken en om 8.10 u (na het nieuws waarin ze een wisselvallige en regenachtige dag voorspelden) waren we vertrekkensklaar.
Op de verstilde en verlaten grote markt stonden 8 mensen me al op te wachten om het laatste stuk mee te lopen. Walter had met Erick de route al eens 'voorgestapt' en getimed. Hij had de hele dag georkestreerd en ervoor gezorgd dat bij elke mogelijke halte er mensen konden aanpikken om de colonne te vergroten. Het is één groot feest geworden van weerzien en samen onderweg te zijn. Het leven en de camino verstrengelden. Mensen die je meeneemt op je pad, stapten nu letterlijk naast me. Een geweldig gevoel. Tot in Duffel was er nog opvallend veel bosweg en groen, waar ik minder aandacht aan schonk dan aan de gesprekken met het gezelschap.
Aan de pauze in het park van Hove was er een picnick waarbij iedereen aan een lange tafel zat, vaak vreemden voor elkaar, doch vrienden die hetzelfde bond. Ontroerend mooi. En dan volgden we de verkorting langs de spoorweg tot in de koekenstad. De eigenlijke route via Lier zou de etappe onnodig 40 km lang hebben gemaakt. Alles was bekend terrein nu, zodat ik alle tijd kon steken in vragen en vertellen.
Toen we de Sint-Jaconskerk naderden was de groep aangegroeid tot bijna 40! Er stonden ook heel wat mensen me op te wachten. Om 16.00 u klokte ik een tocht van haast 3300 km af, viel Walter in de armen en stapte dolgelukkig het pelgrimshuisje binnen waar Tanguy me de laatste stempel gaf in mijn boekje. Tussen de interviews voor de kranten door, kreeg iedereen nog een glaasje bubbels aangeboden en dan trok de stoet genodigden verder voor het slotfeestje.
Ik wil hierbij graag iedereen nogmaals bedanken voor die onvergetelijke, prachtige dag, jullie aanwezigheid en voor verschillende onder jullie ook de bergen werk die verzet zijn!

Gastvrije neef

Ook bij het ontbijt hebben de meeste zusters mee aan de tafel gezeten en iedereen is afscheid komen nemen. We gaan hen zeker weer opzoeken als we in Laken zijn. Onze doortocht door België zal me altijd bijblijven omwille van de ontmoetingen: iedereen die vindt dat wij koude noorderlingen zijn, kan ik nog amper geloven.
We hebben geluk gehad wat we zaterdagavond niet bij hen geslapen hebben, want de hele Heizel was afgezet en klaargemaatk voor de luidruchtige 'City Parade' die tot de volgende ochtend heeft geduurd. Toen we nog voor 10 u 's morgens aan de overkant van de A 12 door Strombeek-Bever liepen, konden we tot daar de bonkende beat in onze botten voelen dreunen. Goed dat de rust van het platteland en de veldwegen ons via Grimbergen naar de Maalbeek en de Verbrande Brug brachten. Aan die beek hebben we even de route niet gevolgd en zijn aan de overkant langs de monumentale ronde vliegtuighangars gewandeld.
Vanaf Eppegem leidde het jaagpad naast de Zenne ons tot in Mechelen, waar mijn neef Mark met zijn gezin hun huis voor ons hadden opengezet om er de laatste nacht door te brengen. Ze waren zelf met vakantie. Dat had Walter weer allemaal geweldig geregeld. Ik wilde even op de pc gaan die ik er vond, totdat ik op een mail botste die ik niet had mogen zien. Toen werd de stekker uitgetrokken. De laatste verhalen moesten dus even wachten.
Mark had ook een restaurantje op de grote markt aangeraden. Hij wist wellicht niet dat het Maanrock was in de binnenstad en dat overal lawaai uit de megaboxen schalde. Daar kon ik even niet tegen, wat de zoektocht naar een alternatief moeilijk maakte. Alles is nog goedgekomen en dan was het tijd om de laatste keer te slapen voor de aller-allerlaatste etappe!

Warmste kloosterontvangst

Bij het ontbijt kregen we bio-brood, kaas uit de natuurwinkel, een krieleitje en voor Dries werd verse kruidenthee gemaakt. Dichter bij mijn leefwereld kon niet! Mark neemt gewoonlijk de trein om 8 u naar zijn werk in Gent, maar omdat we zo gezellig aan het kletsen waren over wandeltochten en wederzijdse interesses, werd het een trein later.
Dat onze etappe naar de hoofdstad veel over asfalt zou zijn, wisten we wel. Hier en daar slingerde een bospad of veldweg nog langs de spoorweg of het groen in. Dries begon in zijn sandalen een blijn te lopen. We hadden ook gehoopt een winkeltje te vinden voor de inkopen, maar we vonden niks. We hebben er zelfs een omtour naar het centrum van Beersel voor moeten maken, waar ook tijd was voor de 'fruitstop'.
In de zuidelijke voorsteden van Brussel heeft Walter de kaart van Brussel erbij genomen en hebben we niet meer alles volgens de officiële route gedaan. In het Wolvendaalpark, tussen de prachtige villa's waaronder die van Henri Van de Velde (we hadden het vorig jaar met de Open Monumentendag bezocht), vonden we onder de grote bomen op het gazon het ideale plekje om de boterhammen op te eten en een dutje te doen.
Aan de Hallepoort was het tijd om een pint te drinken in het café waar Hamers nog boven gewoond heeft. Zo'n info wist Dries! In zat in mijn eigen hoofdstad en de ober verstond geen woord Nederlands en sprak het nog minder. Dries had omwille van de zere voeten besloten mee te stappen tot aan het Noordstation, wat ook veel makkelijker was voor de verbinding met thuis.
Het afscheid was wat kort omdat wij nog verder moesten tot in Laken bij de Zusters van Vorselaar. Eigenlijk is de pelgrimsopvang er bij de pastoor, maar die was niet thuis en had Walter doorverwezen naar de Zuster achter zijn hoek. De afstand viel ons lelijk tegen. De Zusters wonen vlakbij de Heizel, voorbij een stuk van Laken waar Borgerhout niks tegen is.
Ze ontvingen ons met open armen. Er werd ons buiten op het terras onder de parasol een maaltijd geserveerd waar Bea jaloers op zou zijn: lekkere groentensoep met veel tomaten, een steak met boontjes (!) en puree en een ijsje met koekje als nagerecht. Tijdens het eten kwam zuster Berthilde, de overste aan. Ze kwam er met haar avondeten en een drankje bijzitten: dat had ik nog nergens beleefd. Na het TV-nieuws schaarde de hele gemeenschap van 8 zusters zich mee rond de tafel en werd er honderduit gevraagd aan elkaar en verteld over leven, werk en de pelgrimstocht. Fantastisch dat zoiets kan! Zo'n open en ontspannen sfeer waar wij van mochten meegenieten. Voor de gelegenheid was het zaterdagse 'café'moment voor de zusters naar voor geschoven en mocht ieder zijn lievelingsbiertje keizen. Ik ben hen enorm dankbaar dat ik dat heb mogen meemaken.

Moules-frites

Na het emotionele afscheid van onze gastvrouw trokken we naar het marktplein van Nijvel om er Dries, een collega, te gaan zoeken die op de valreep nog 2 etappes kwam meestappen. Na één keer rond de volledig herbouwde romaanse collégiale te zijn gedraaid vonden we elkaar en besloten eerst op een zonovergoten terras bij een koffie te kijken hoe we de dag gingen aanpakken. In de superette konden we fruit en beleg kopen, voor het brood hadden we de dag voordien al een bakker gezien die op de route lag.
Dat alles maakte dat we pas na 10.30 u eraan begonnen! Eens de stad uit, liep de weg tussen het groen, langs een poepsjiek golfterrein, een herenhoeve waar een bedrijfsfeestje met VIP-tentjes aan de gang was en een ruiteroptocht van kinderen. De auto's die op het smalle baantje ons de berm in duwden waren nooit 2pk'tjes. Alles ging vrij makkelijk tot ergens in de buurt van de '8 dreven': daar moeten we een fout gemaakt hebben zodat we even later langs het kanaal Brussel-Charleroi belandden. Omdat we zo ook in Halle konden geraken en het voor mij meer genieten was van het gezelschap als ik geen beschrijvingen hoefde te lezen, liepen we 'autovrij' langs het water verder noordwaarts.
Aan de eerste sluis stond een bank ons op te wachten om in de zon onze picnick op te eten. De staalindustrie van de Forges de Clabbeque wat verderop, is een enorme site waar nog veel oude fabrieksgebouwen wat roestig staan te verkommeren aan de ene kant van het kanaal en aan onze wandelkant stond de nieuwe, moderne site. Onze weg was iets langer dan de echte route, die een stuk afsneed door het binnenland en pas hoger, vlak voor Halle, aan het kanaal kwam. Tegen half vijf zaten we aan ons bier, recht tegenover de bib, waar ik een kwartier later voor de laatste keer mijn blog heb aangevuld. Om 6 u ging die dicht en dan was het tijd om onze slaapplaats op te zoeken.
Net buiten het centrum wonen Agnes en Mark, artistieke mensen die theaterproducties hebben gemaakt en bereid waren ons 3 te slapen te leggen. Walter had voor ons al gereserveerd en eigenlijk hebben ze maar 1 dubbele kamer. Ze vonden het geen probleem dat Dries op de zetel in het salon zijn bedje zou maken.
Aan het stadhuis hebben we een echte Belgische pot mosselen met frieten gegeten. Thuis wordt steeds meer voelbaar.

donderdag 19 augustus 2010

Lijn 141

De schoenen waren 's morgens niet droog, omdat het hele huis onverwarmd was en de buitentemperatuur eerder winters was! Na een goed ontbijt, begonnen we aan de laatste lange etappe van bijna 36 km. Het duurde niet lang of de regen viel weer met bakken uit de hemel. Boven aan de 'mont de justice', net voorbij het gallo-romeinse museum van Waudrez, moesten we al voor de eerste keer schuilen. De route liep langs veldwegen waar Walter tot aan zijn enkels in het slijk is gezakt en het sowieso erg moeilijk lopen was door de zompige grond. Mijn voeten waren doorweekt van het binnengelopen water.
Ik was de wanhoop nabij: de beschrijving met de plannetjes (die niet naast elkaar stonden en dus amper te volgen) zaten in een plastic hoesje dat maar net paste, ik sukkelde met mijn paraplu (die verder wel excellent dienst deed) en vocht constant om alles in goede banen te leiden. Toen ik het echt niet meer zag zitten, hebben we weer naar een verkorte versie gezocht, en die hebben we perfect gevonden. Een rechte straat door gutsende regen, onder de autostrade en de spoorweg door, via een industriezone tot aan de kanalen bij Seneffe en voor we het goed en wel beseften zaten we weer op de route.
De zon kwam zelfs piepen en aan een sluisje vroegen we 2 plastic stoelen bij mensen om te picnicken aan de waterkant. Eindelijk kregen we beter weer. Net na Seneffe was het nog ongeveer 14 km lopen. Toen we even stonden te zoeken aan een brug, zagen we een wegwijzer voor fietsers en wandelaars naar Nivelles, die slechts 10 km aangaf. Het was een oude spoowegbedding door de natuur en het pittoreske centrum van Arquennes tot in onze eindbestemming. Dit was een welkome oplossing om een moordend lange afstand aangenaam te verkorten.
Ons onderkomen was bij mensen thuis, aan de rand van de stad. Mevrouw had vorig jaar haar man verloren en was blij met ons bezoek. Haar dochter die bij Unicef in Brussel werkt was op bezoek, alsoook haar familie uit Straatsburg. Allemaal erg innemende mensen met veel reiservaring en een brede wereld. Het was fijn aan een tafel te zitten waar vegetarische ovenschotels geserveerd werden, kaas en ijs met rode bessen als toetje, bij een warme babbel.
Het hele huis stond vol herinneringen aan Afrika, ook onze slaapkamer op zolder.

Belgische grens

Het begin van de route om de stad te verlaten konden we perfect volgen op het plan dat de OT ons gegeven had, tot we sportterreinen, een commerciëel centrum en allerlei straten van schrijvers moesten vinden. Gelukkig troffen we een man die zijn hond uitliet en die zo vriendelijk was ons naar de sportvelden te brengen en de verdere weg te wijzen. Vanaf dan was het een makkie. De volgende straten waren met lintbebouwing van het ene dorp naar het andere, wat de nabijheid van Belgenland verraadde.
Zonder het te merken, staken we de grens over, tussen de velden op een kleine betonweg. Het begon opnieuw te regenen. Het beeld van het zuiden van België werd er niet vrolijker door. Even later had ik op de kaart weer gezien dat we makkelijk door de velden een verkorting konden maken. Als ommetjes alleen dienen om meer over de weg te gaan, dan hoeft het niet voor mij en zeker niet met dat wisselvallige weer.
Voor de picnick zijn we zelfs op het terras bij mensen die niet thuis waren onder de grote para'sol' gaan zitten op de tuinstoelen. Bushaltes hadden we nergens gezien.... Op het einde van de tocht hebben we nog even getwijfeld of we rechtdoor zouden gaan over de RN, of de echte route zouden blijven volgen. We zijn moedig tot het einde in Waudrez gegaan, zelfs door de overstroomde straat tussen de velden.
Daar hadden we een B&B, die vrij ver weg bleek te liggen van de dropskern. Dat viel wat tegen. We kregen wel een heel huis voor ons alleen, met salon, eetkamer en zwembad! Om 's avonds in Binche iets te gaan eten heeft de eingenaar ons 2 oude fietsen ter beschikking gesteld met een verroeste ketting als slot. De Italiaanse keuken heeft er onze honger gestild.