dinsdag 1 juni 2010

'Thalassa'

Toen ik vertrok, stond de hermano hospitalero er om me de zegen te geven. Ik zal behouden terug thuis komen. De zon was van de partij en de tocht verliep vlekkeloos, langs de kleine dorpen in het weelderige groen. Boven op een heuvel kwam ik voorbij een preromaans kerkje. Op de deur hing een papiertje waarop stond dat je in huis nr 2 moest gaan vragen voor de sleutel. De vrouw die opendeed leed erg aan Parkinson. Ze kon amper haar schoenen aandoen, over de drempels stappen en sleutels in de deur steken. Ze vertelde graag over de kerk die ze bewaarde en waar nog heel wat muurschilderingen overgebleven zijn. Aan de volgende 4 pelgrims heb ik aangeraden toch eens even binnen te gaan kijken.
En dan, op de laatste dag van mei, rond 15.00 u, zag ik de oceaan plots voor me opduiken. Dat was een erg emotioneel moment. Vlakbij en na bijna 30 km stappen, lag het eerste dorpje aan de zee: La Isla. Ik had voor mezelf al uitgemaakt dat ik tot daar zou gaan. De albergue ligt op het einde van het dorp in de draai van de weg, aan het water op een heuvel. Mooier kon dat niet zijn. Ik verwachtte nu wat meer volk, omdat de Norte en de Primitivo hier nog samen lopen, maar toen de lichten doofden om 22.00 u waren we maar met 7!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten