donderdag 12 augustus 2010

Woud

Het ontbijt bood de gedistingueerde, iets oudere dame wel aan. Ze leek op het randje wereldvreemd en haalde haar neus op voor noordelijk Parijs. In de kille ochtend vertrok ik naar Compiègne. De eerste 10 km was een haast kaarsrecht pad tussen de velden, over de autostrade en de TGV heen, tot bij een paar dorpjes en een ruïne van een Romaans kerkje. Daar draaide de camino het grote woud van Campiègne in.
Ik dacht dat ik het nooit zou vinden tussen de bomen, met alleen de aanduidingen op de papiertjes. Je kan er echter haast niet verloren lopen, want op elk kruispunt staat een witte paal met de naam van het kruispunt en duidelijke richtingaanwijzingen op. Het was een plezier 12 km in de absolute stilte te kunnen lopen.
Voor de picnick had ik me aan een boom op de grond gevleid. Plots hoorde ik geronk en even later zoefde een auto voorbij. Hoe was die hier binnen geraakt? Buiten 2 zondagse stapsters heb ik op het eerste stuk niemand gezien. Pas dichtbij de stad was er meer volk: gezinnen met kinderen, 2 vrouwen met mandjes om de eerste cèpes te plukken, moutainbikers, ...
In Compiègne was eindelijk nog eens een gîte, onder een kapel die op 1 km voor het centrum lag als je uit het zuiden de stad binnenkomt. Ik moest er wel voor 5 u in de OT zijn om te registreren, dus de etappe was behoorlijk 'getimed'. De ontvangst was bijzonder vriendelijk, zowel in de toeristische dienst als in de gîte zelf waar vrijwilligers de bijdrage kwamen innen. Ik was er alleen, in een grote ruimte met 10 bedden en een comfortabele keuken, maar ik heb het mezelf gemakkelijk gemaakt en ben aan de waterkant, in één van de weinige restaurants die open zijn op zondag gaan eten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten